Bij overgewicht en obesitas is er te veel vet opgestapeld in het lichaam. Dit kan ervoor zorgen dat je je minder goed kunt bewegen of dat je je minder goed voelt. Obesitas is een ernstigere vorm van overgewicht, en is een chronische ziekte. Dit betekent dat iemand met obesitas, net zoals iemand met een andere met chronische ziekte, langdurige ondersteuning, zorg en begeleiding nodig heeft.
Het hebben van overgewicht of obesitas kan ervoor zorgen dat je andere ziektes ontwikkelt. Dit noemen we het gewichtsgerelateerde gezondheidsrisico.
Het gezondheidsrisico van overgewicht en obesitas wordt voooral bepaald door de verdeling van vet door het lichaam. Vooral de hoeveelheid vet in de buikholte (het viscerale vet) verhoogt het risico op ziekte. Om te bepalen hoe ernstig jouw overgewicht of obesitas is, en hoeveel risico je hebt om hierdoor andere ziektes te ontwikkelen, is het dus belangrijk om náást je gewicht ook naar je buikomvang te kijken.
Om je gezondheidsrisico door overgewicht of obesitas in te schatten, zal je arts kijken naar je Body Mass Index (BMI) en je buikomvang. Daarnaast wordt ernaar gekeken of je andere risicofactoren of ziektes hebt die jouw gezondheidsrisico kunnen vergroten.
Het BMI is een getal dat de verhouding weergeeft tussen gewicht en lichaamslengte. Je kunt je BMI berekenen door je gewicht te delen door je lengte in het kwadraat, volgens de volgende formule: BMI = gewicht (kg) / (lengte (m))ˆ2
Als je je BMI weet, kan je kijken in welke BMI-categorie je valt. Het is echter belangrijk om te weten dat niet voor iedereen de afkappunten van BMI hetzelfde zijn. Vrouwen hebben bijvoorbeeld een hoger vetpercentage dan mannen. En als je veel spiermassa hebt is je BMI ook hoger, terwijl je eigenlijke gezondheidsrisico juist lager is. Ook je leeftijd en je etnische achtergrond beïnvloeden hoe je BMI moet interpreteren. Als je je zorgen maakt om je gezondheidsrisico door overgewicht of obesitas, is het daarom belangrijk om dit met je arts te bespreken.
Zoals gezegd is je buikomvang, naast je BMI, een belangrijke maat om te bekijken wat jouw gezondheidsrisico door overgewicht of obesitas is. Je kunt je buikomvang meten met behulp van een simpel meetlint. Je buikomvang wordt gemeten op het smalste deel van je middel, tussen de onderste rib en de bovenkant van de heupen. Het meest betrouwbaar meet je de middelomtrek staand, aan het eind van een normale uitademing.
Met behulp van het BMI, je buikomvang, en het aanwezig zijn van andere risicofactoren of ziektes (comorbiditeiten), kan je je gezondheidsrisico door overgewicht of obesitas inschatten. Hiervoor wordt onderstaande tabel gebruikt:
Overgewicht en de problemen die het met zich mee kan brengen zijn niet nieuw. 2500 jaar geleden waarschuwde Hippocrates er al voor dat mensen die meer vetmassa hadden, eerder leken te sterven dan mensen die minder vetmassa hadden. In de laatste 30 jaar is het aantal mensen met obesitas bijna verdriedubbeld. Ongeveer 44% van de volwassen wereldbevolking is op dit moment te zwaar. Dat zijn wereldwijd 2.000.000.000 mensen met overgewicht! Hiervan hebben meer dan 300 miljoen mensen morbide obesitas.
In Nederland is het aantal mensen met overgewicht en obesitas ook flink toegenomen. Op dit moment is meer dan de helft van de Nederlandse volwassenen te zwaar. Dit neemt toe met de leeftijd: ouderen zijn vaker te zwaar dan jong volwassenen.
Van de volwassenen heeft 35% overgewicht (BMI >25 kg/m2) en 15% obesitas (BMI >30kg/m2). Mannen hebben vaker overgewicht dan vrouwen, vrouwen hebben vaker obesitas dan mannen.
Ook het aantal kinderen met overgewicht neemt toe in Nederland. Momenteel heeft 1 op de 5 kinderen overgewicht, terwijl dit 50 jaar geleden nog minder dan 1 op de 10 kinderen was.
Dit artikel is het laatst geüpdatet op 4 oktober 2023