Redactie NVOO

Suikervervangers mogelijk niet zo gunstig voor gewichtscontrole!?

Redactie NVOO

Suikervervangers.png

Een nieuwe richtlijn van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwt tegen het gebruik van suikervervangers als oplossing voor gewichtscontrole. Sterker nog, het gebruik van suikervervangers kan het risico op hart- en vaatziekten, type 2 diabetes (suikerziekte) en overlijden zelfs vergroten!

Wat zijn suikervervangers?

Suikervervangers zijn zoetstoffen zoals aspartaam, sacharine, stevia en sucralose. Deze zoetstoffen zonder suiker worden toegevoegd aan voedsel om suiker te vervangen. Het idee hierachter is dat overmatige suikerinname een belangrijke oorzaak is van overgewicht en obesitas. Daarom leek het logisch om suiker te vervangen door zoetstoffen zonder suiker. Dit heeft geleid tot een toenemend gebruik van suikervervangers in de afgelopen jaren. Hoewel werd gedacht dat suikervervangers zouden leiden tot minder calorie-inname en dus zouden helpen bij het voorkómen van overgewicht, is dit nooit wetenschappelijk bewezen.

Waarom zijn suikervervangers dan niet goed?

Volgens dr. Sylvetsky, een specialist op het gebied van voeding en beweging, is er steeds meer bewijs dat suikervervangers juist een negatieve invloed kunnen hebben op het ontwikkelen van chronische ziektes zoals obesitas. Dr. Francesco Branca, directeur van de afdeling voeding en voedselveiligheid bij de WHO, benadrukt dat het verminderen van de totale zoetigheid in ons dieet van groter belang is om onze gezondheid te verbeteren.


Onderzoekers in Frankrijk hebben suikervervangers in verband gebracht met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Tussen 2009 en 2021 werden meer dan 100.000 mensen ondervraagd over hun dieet. Gedurende twee jaar werd hun eetpatroon gevolgd om hun gemiddelde voedingsgewoonten te bepalen. Met deze gegevens hebben de onderzoekers gekeken naar de relatie tussen het gebruik van suikervervangers en het risico op hart- en vaatziekten. Hieruit bleek onder andere dat mensen die suikervervangers consumeerden een hoger risico op een beroerte hadden vergeleken met mensen die geen suikervervangers gebruikten.

De nieuwe WHO-richtlijn

De nieuwe WHO-richtlijn is gebaseerd op een overzichtsartikel waarin 234 wetenschappelijke onderzoeken van over de hele wereld met elkaar zijn vergeleken. Andere vergelijkbare studies laten zien dat het gebruik van suikervervangers op korte termijn kan leiden tot gewichtsverlies, maar op lange termijn juist het risico op suikerziekte, hart- en vaatziekten en overlijden kan vergroten.


De belangrijkste punten over suikervervangers op een rij:

  • Het gebruik van suikervervangers gedurende minder dan 3 maanden kan mogelijk het gewicht en BMI verlagen, maar alleen als ze worden gebruikt om de hoeveelheid suiker in voedsel te verminderen. Als suikervervangers echter worden toegevoegd om voedsel zoeter te maken zonder suiker te vervangen, is er geen kortdurend positief effect. Dit komt doordat suikervervangers niet zorgen voor een verzadigd gevoel, wat kan leiden tot een hogere calorie-inname op andere manieren om dit 'gemis' te compenseren. Het gebruik van suikervervangers gedurende minder dan 3 maanden heeft geen invloed op de bloedsuiker- of insulinespiegels.
  • Langdurige studies, soms wel tot 10 jaar, tonen aan dat frequent gebruik van suikervervangers in verband kan worden gebracht met een verhoogd risico op obesitas, suikerziekte en hart- en vaatziekten.
  • Specifiek voor zwangere vrouwen is er een verband gevonden tussen het gebruik van suikervervangers en vroeggeboorte van de baby.


Het is belangrijk om op te merken dat de richtlijn aangeeft dat het bewijs voor deze bevindingen niet volledig sluitend is, aangezien sommige studies kleine aantallen deelnemers bevatten. Daarom moet deze nieuwe WHO-richtlijn worden beschouwd als een aanbeveling en niet als een bewezen feit.

Conclusie

In lijn met de WHO-richtlijn is het raadzaam voeding en dranken te kiezen zonder toegevoegde suikers of suikervervangers. Vooral bij kinderen moet het gebruik van suiker en suikervervangers zoveel mogelijk worden beperkt, aangezien zij hun smaakvoorkeuren nog ontwikkelen. Door kinderen op jonge leeftijd minder bloot te stellen aan zoete smaken, zullen ze op volwassen leeftijd minder behoefte hebben aan voedsel met suiker of suikervervangers. Op deze manier kunnen de negatieve gevolgen van suiker en suikervervangers worden voorkómen.

Bronnen

Dit NVOO-artikel is een vertaling van een Engels artikel waarin de nieuwe WHO-richtlijn wordt samengevat. Voor gedetailleerde informatie verwijzen we naar de volledige WHO-richtlijn, die hier te vinden is.